zondag 23 maart 2014

Waarom wij onze asieldieren niet gratis meegeven...

‘Poeh, 85 euro voor een kat!? Da’s wel heel duur zeg. Kan er niet iets van de prijs af? Anders blijven jullie toch ook maar met die dieren zitten?’ ‘Waarom kunnen mensen die niet veel te besteden hebben geen kat meekrijgen voor de helft van de prijs? Ik kan echt niet meer dan 40 euro betalen, maar ik wil wel heel graag een huisdier. En dan zijn jullie er weer eentje kwijt.’ ‘Waarom geven jullie die katten niet gratis mee? Jullie moeten toch blij zijn als ze een thuis vinden? Ik snap dat niet hoor.’

Zomaar wat willekeurige reacties van mensen als ze horen dat of wat ze voor een hond, maar meestal kat uit het asiel moeten betalen. We krijgen ze gelukkig niet vreselijk vaak, maar wel regelmatig. De meeste mensen bedoelen het niet verkeerd. Het is vaak vooral een kwestie van onwetendheid, van een gebrek aan kennis over de werkwijze van een asiel. Dus leggen we graag nog een keer uit waarom wij onze dieren niet gratis mee (kunnen) geven. Overigens niet om ons te verantwoorden, maar wel omdat we graag willen dat mensen begrijpen waarom we doen wat we doen.

85 euro voor een volwassen kat en 150 euro voor een volwassen hond is natuurlijk niet niks. Dat is een flinke uitgave. De waarheid is echter dat als we alle kosten zouden doorberekenen, de adoptieprijs nog vele malen hoger zou zijn. Dat doen we dus niet. We kiezen er bewust voor om de prijs zo laag mogelijk te houden, want ‘ja’ wij willen ook niets liever dan dat alle dieren een warm thuis vinden. Zo laag mogelijk, maar niet gratis dus. Dat is echt geen optie, om meerdere redenen. Om te beginnen omdat we zonder (die) inkomsten niet zouden kunnen bestaan. We krijgen geen subsidie van de overheid of financiële steun van de Dierenbescherming. Onze inkomsten bestaan voor het overgrote deel uit het geld dat we verdienen met de adoptie van onze dieren en een kleine bijdrage van de gemeente. Die laatste bijdrage is bedoeld voor het opvangen van zwerfdieren gedurende de eerste twee weken. Een taak waartoe de gemeenten wettelijk verplicht zijn, zodat een eigenaar de kans heeft om zijn verloren geraakte dier op te halen. Vrijwel alle gemeenten in ons land hebben dat werk echter uitbesteed aan een asiel en daar betalen ze dus een klein bedrag voor. Een veel te klein bedrag over het algemeen. De bijdrage dekt in de meeste gevallen de kosten voor de eerste twee asielweken bij lange na niet. Een heel herkenbaar probleem voor helaas veel asielen in ons land.  

Gemiddeld woont een kat of hond zo’n drie maanden in ons asiel. Maar een verblijf van een jaar of langer is zeker geen uitzondering. We hebben een anti-inslaapbeleid, dus de dieren blijven bij ons wonen tot ze een goed thuis vinden. Dat geeft meteen aan waarom we het met alleen de bijdrage van de gemeente dus nooit zouden redden. Zelfs al zou die voldoende zijn voor de eerste twee weken dat een dier bij ons verblijft. De kosten die we hebben zijn enorm: hypotheek, gas, water, licht, telefoon, personeel, schoonmaakmiddelen, dierenvoer, dierbenodigdheden (warmtelampen, manden, krabpalen, speeltjes, etensbakken, etc.) en dierenarts (onderzoek, operaties, entingen, medicatie). En dan hebben we het nog niet over kostenposten als onderhoud aan het gebouw, de aanschaf van een nieuwe computer, printer of telefoon, kantoorartikelen, enzovoort, enzovoort. Zaken die er helaas vaak bij inschieten. Geld kan immers maar één keer worden uitgegeven en de prioriteit ligt altijd bij de dieren. En zo hoort het ook.


Jabulani: geboren 1 juli 2003, in het asiel sinds 27 juni 2010.

Ter illustratie, een klein rekenvoorbeeld. In een gemiddeld jaar vangen we ruim 1.000 katten en een dikke 400 honden op. Alleen al aan dierenvoer zijn we op jaarbasis een kleine 10.000 euro kwijt, zo’n 6.000 in de 5 piekmaanden en de rest in de overige maanden. De rekening van de dierenarts bedraagt in de drukste periode niet zelden 8.000 euro per maand. De honderden katten, vooral kittens, die in die maanden binnenkomen moeten allemaal gecastreerd, geënt, gechipt, ontwormd en ontvlooid worden. En zoveel kittens zijn ziek en zwak, omdat ze buiten zijn geboren, niet de zorg hebben gekregen die ze nodig hadden en/of het slachtoffer zijn van inteelt, verwaarlozing of mishandeling. En natuurlijk helpen we ze allemaal, met liefde. Maar alleen al om het voer en de dierenarts te kunnen betalen, moeten er in de zomerperiode dus 110 volwassen katten of 96 kittens per maand geplaatst worden! Een enorm aantal katten, dat we niet vaak halen. En dan vergeten we voor het gemak ook maar even alle andere kosten…

De dieren moeten 7 dagen per week verzorgd worden. Dat is geen kwestie van kunnen of willen, maar van moeten. Niet vrijblijvend, maar verplicht. Op voer en dierenarts kunnen en willen we niet bezuinigen. Aan het betalen van de hypotheek, gas, water en licht ontkomen we ook niet. We moeten wel een dak boven ons hoofd hebben en we kunnen de dieren natuurlijk ook niet in het donker of in de kou laten zitten. Bezuinigen op personeel is ook geen optie. We moeten elke dag een minimale bezetting gegarandeerd hebben; 100% zeker weten dat er mensen zijn. Bovendien moet iemand de verantwoordelijkheid hebben, beslissingen nemen en verstand van zaken hebben. Het gaat immers wel om de opvang en verzorging van levende wezens. Dat zijn geen dingen die je zomaar van vrijwilligers kunt vragen, dus hebben we een beperkt aantal medewerkers in vaste dienst. Gemiddeld zo’n 2,5 per dag tegen minimumloon. Gezien het aantal dieren dat - zeker in de piekperiode (ruim 200 katten en 30 honden!) – bij ons verblijft is dat écht minimaal. En het salaris staat – eerlijk is eerlijk – in geen verhouding tot de taak die deze mensen hebben en de lange dagen die zij vaak maken. Maar zij werken er dan ook niet voor het salaris, zij werken er omdat ze een groot dierenhart hebben. En dat geldt natuurlijk al helemaal voor alle vrijwilligers, die een groot deel van het werk doen. De dierenambulance en pleegzorg draaien zelfs volledig op vrijwilligers. We hebben er helaas nooit genoeg, maar degenen die we hebben zijn echt goud waard!


Lassy: geboren 3 mei 2006, in het asiel sinds 15 mei 2013.

Tot zover de eerste belangrijke reden voor de plaatsingsprijs die wij voor onze dieren vragen. En overigens ook voor de vergoeding die we vragen aan mensen als zij hun verloren geraakte dier bij ons komen ophalen. Zonder die plaatsingsprijs en vergoedingen geen asiel. Zo simpel is het eigenlijk. We komen vrijwel altijd geld tekort, net als veel van de andere dierenasielen in ons land. Daarom zijn we ook oprecht en enorm dankbaar voor alle giften die we krijgen. In geld of natura. Onze donateurs en gulle gevers maken vaak nét dat verschil.

Over de tweede reden kunnen we iets korter zijn. Zelfs al zouden we meer dan genoeg geld hebben (utopie), dan nog zouden we de honden en katten niet gratis meegeven. Dit klinkt misschien heel raar, maar er zit wel degelijk een goede gedachte achter. Wij willen dat de aanschaf van een huisdier heel bewust gebeurt, dat mensen daar heel goed over nadenken. Veel te vaak worden dieren – zelfs als ze geld kosten – impulsief aangeschaft, met alle gevolgen van dien. Dieren worden ijskoud op straat gedumpt als ze na een paar weken of maanden niet meer bevallen. Als we geluk hebben, worden ze als afstandsdier aangeboden bij het asiel. ‘Het is toch wel veel werk.’ ‘Het kost toch wel veel geld.’ ‘Hij is onopgevoed en er is geen land mee te bezeilen.’ En dat zijn dan nog de mensen die eerlijk zijn. Dus zullen we altijd plaatsingsgeld blijven vragen voor onze dieren. Er moet een zekere drempel zijn, waardoor mensen in elk geval (al is het dan maar minimaal) genoodzaakt zijn om over de aanschaf van een dier na te denken.

Natuurlijk gunnen wij elke dierenvriend een hond of kat als maatje. Voor mensen die van dieren houden is er weinig mooier dan dat. Maar als de eenmalige aanschafkosten echt een groot (structureel) probleem zijn, dan is het misschien verstandig om ook eens te kijken naar alternatieven. En dat bedoel ik echt niet vervelend, dat zeg ik vooral in het belang van de dieren. Ga bijvoorbeeld werken als vrijwilliger in een honden- en kattenasiel, bied je aan als vakantieoppas voor dieren van vrienden en bekenden of ga wandelen met de honden van mensen die hele dagen werken of die slecht ter been zijn. Veel organisaties zijn dringend op zoek zijn naar dat soort vrijwilligers en de dieren zijn heel erg blij met de extra aandacht. Een hond of kat kost namelijk altijd geld en met een beetje pech veel geld. En je moet er toch niet aan denken dat uit geldgebrek een dringend dierenartsbezoek (dat natuurlijk altijd ’s avonds of in het weekend nodig is), noodzakelijke (dure) medicijnen of levensreddende operatie geen optie is… 


Dus… waarom wij onze asieldieren niet gratis meegeven? Nou… daarom!

zondag 9 maart 2014

Hoe is het nu met... Boyke!? (2)

Op 12 augustus 2013 verhuisde Boyke (toen Bliksem) als doodsbange en schuwe hummel van nog geen jaar oud naar Eveline voor socialisatie. Eveline werd halsoverkop verliefd op het knappe, verlegen ventje en op 19 oktober 2013 hakte zij de knoop definitief door: Boyke mocht voor altijd bij haar blijven. In de afgelopen zeven maanden is er veel gebeurd en Boyke heeft ontzettend hard gewerkt om te komen tot waar hij nu staat. Het verhaal van Boyke is geschreven door Eveline.

Boyke vertelt verder

Op een dag kwam het vrouwtje thuis en wat zag ze? Ja, betrapt! Ze zag me beneden voor het raam zitten, genietend van de vogeltjes en van alles wat voorbij kwam. Ze stond buiten, we keken elkaar aan en ik bleef rustig zitten. Toen pakte ze iets en richtte met dat ding mijn kant op. Och, ze gaat zeker weer een foto knippen, dacht ik. Ik vond dat geen probleem, want ik zat lekker binnen en zij was buiten. Maar toen ze binnen kwam, wist ik niet hoe snel ik naar boven moest rennen. Toch wel een beetje spannend! Vrouwtje kwam ook naar boven, knuffelde me en zei: schatje, nu heb ik gezien dat je graag beneden zit, dus doe ik de deur dicht zodat je niet meer naar boven kunt. Oh néé, en mijn veilig plekje dan? Nou, Boyke zei het vrouwtje, beneden heb je ook genoeg veilige plekjes waar je je kunt verstoppen. Ja daag, dat kan ze wel zo gemakkelijk zeggen, maar dat moest ik toch eerst echt even met eigen ogen zien. Dus toen ben ik snel weer naar beneden gegaan om de beste verstopplekjes te zoeken. Hmm, op de stoel onder de tafel of in de hoek of in het huisje van de krabpaal? Nou zeg, ze had gelijk. Genoeg plekjes om weg te kruipen als het nodig was. Triiiiiiiiiiiiiiing hoorde ik ineens. Het vrouwtje ging naar de deur en IIIEEEEEKKKKK daar kwam nog iemand binnen, dus snel weg wezen. Pppfffff, gelukkig had ik op tijd een veilig plekje gevonden. Huh??????? Rende ik nu alleen weg? De rest bleef rustig liggen alsof er niets aan de hand was. Nou ja, het zal wel dacht ik. Als die vreemde persoon weg was, zou ik wel weer tevoorschijn komen, want in de hoek waar ik me had verstopt was het ook niet alles.

De vensterbank is nu één van zijn favoriete plekjes

Nu vind ik het beneden echt steeds leuker. s' Morgens, als de toiletjes schoongemaakt zijn, dan begint de dag erg gezellig. Dan staan we met z’n allen in de startblokken, want dan pakt het vrouwtje onze bakjes met brokjes uit de kast en roept ze "ETEN". Dan sprinten we allemaal tegelijk naar ons eigen plekje. Daar zet ze dan de bakjes neer en gaan we lekker smullen. Jummie. En na het eten natuurlijk lekker luieren. Oh, en weten jullie nog dat torentje met lekkere snoepjes dat ik zomaar omgooide? Dat was niet omdat ik zo sterk was, dat dacht ik wel even, hihi. Maar ik heb nu geleerd hoe je voorzichtig de snoepjes eruit moet halen. Kijk maar eens naar het filmpje hoe goed ik daar nu in ben! Mijn kattenvriendjes leren me nu ook hoe gezellig het is om met de balletjes en muisjes te spelen, leuk joh. Sjoerd, je weet wel, die zwarte jongen die graag katjes plaagt, is mijn beste speelkameraadje. We rauzen wat af door de kamer joh! Dan rennen we achter elkaar aan, zo snel dat het vrouwtje het niet eens kan filmen, want we kruipen overal onder en achter. Ik vind het niet erg dat vrouwtje ons niet kan filmen, want ik vind het nog steeds niks als ze met dat ding op me richt. Dan kijk ik snel de andere kant op of spring weg. Dus alle foto's en filmpjes die goed gelukt zijn, heeft het vrouwtje met veel mazzel gemaakt. :-)


Bij mijn vrouwtje ben ik nu al best een tijde een hele grote knuffelkont. Ik vind het heerlijk als ze me kroelt en kriebelt. Dan ga ik kopjes geven en plof ik lekker op mijn zij. Eerst links dan recht, dan weer links, dan weer rechts. Alle plekjes moeten evenveel aandacht krijgen hè. Soms kan ik ook wel eens een beetje jaloers zijn als vrouwtje een van mijn vriendjes knuffelt. Dan ga ik er ook snel heen en tik het vrouwtje aan met mijn pootje. Zo van, hey hallo ik wil oooook. Meestal werkt het wel, dan trapt vrouwtje er weer in, hihi. Maar volgens mij vindt ze het stiekem ook wel een beetje grappig.


De eerste maanden dat ik beneden woonde, vond ik vreemde mensen wel nog heel eng. Maar kort geleden hadden we een echte doorbraak. Vrouwtje was zo ontzettend trots op mij! Ik kwam ineens tevoorschijn toen er bezoek was. Ging zomaar op de vensterbank zitten! Nog even en misschien laat ik me dan zelfs wel aaien door vreemde mensen? Maar misschien ook niet. En dat vindt vrouwtje ook niet erg. :-)

Lieve mensen dit was mijn verhaal. Ik ga genieten van mijn gelukkige nieuwe leven hier in het kattenhuis, waar alle katten gelukkig zijn en ik bedank de mensen die ervoor gezorgd hebben dat ik hier terecht gekomen ben en nu een héle gelukkige knuffelkat ben! Ik heb nog maar één grote wens... dat veel meer mensen bange katjes zoals mij een échte kans geven... Stiekem willen we namelijk allemaal niets liever dan een warm, liefdevol en veilig thuis...


Heel veel knuffels van Boyke

zondag 2 maart 2014

Hoe is het nu met… Boyke!? (1)

Voor degenen die de avonturen van Boyke (Bliksem) niet gevolgd hebben, even een korte introductie. Onze angsthaas Bliksem is op maandag 12 augustus 2013 verhuisd van het asiel naar een pleeggezin. De kleine man zat op dat moment al ruim 8 maanden in het asiel en bleef – ondanks alle inspanningen – erg bang voor mensen. In het asiel zijn de mogelijkheden beperkt en om zijn plaatsingskansen te vergroten bood Eveline aan om Bliksem bij haar thuis te onderwerpen aan een intensieve socialisatiecursus. ;-) Dat aanbod hebben we met twee handen aangegrepen! Pleegmama Eveline heeft de eerste maanden een dagboek bijgehouden van de ontwikkelingen van Bliksem, inmiddels omgedoopt tot Boyke. Háár Boyke. Want vanaf 19 oktober 2013 woont de voormalige angsthaas officieel en voor altijd bij Eveline. :-)

Het verhaal van Boyke is geschreven door Eveline, door de ogen van Boyke.

Boyke vertelt

Hallo allemaal, ik dacht ik laat weer eens iets van me horen! Het gaat heel erg goed met mij en ik moet zeggen dat ik heel erg gelukkig ben. Intussen is hier ook best veel veranderd. Niet aan mijn interieur hoor, maar wel aan het gezelschap dat hier maar in en uit loopt!

Ik zat eerst toch altijd boven, op mijn eigen kamer? Nou, weet je wat het vrouwtje op een gegeven moment gedaan heeft? Alle deuren stonden ineens open! Ja het leek hier wel een open huis. Je kon van mijn kamer naar de badkamer (waar ik graag in de wasmand lig!), naar beneden; de keuken, de serre en ook nog de tuin in. Maar zover ging ik niet hoor, dat was me nog te spannend. En wat ik allemaal tegenkwam onderweg… Poezen, katers; wit, rood, zwart en grijs en 2 met felblauwe ogen. Pfff. Veel joh! Af en toe bleef ik wel even stil liggen, want het rende van boven naar beneden en terug en daar wilde ik nog even niet tussen zitten. Soms ging het er wild aan toe en dan wist ik niet of ze nou met elkaar speelden of dat ze ruzie hadden. Maar ik heb me daar niet zo heel druk om gemaakt hoor, zolang het vrouwtje me maar veel aandacht gaf, vond ik alles best. :-)

Boyke, de durfal! :-)

Jammer genoeg mochten die wilde dagen niet zo heel lang duren. Waarom niet? Nou, net als ik twijfelde het vrouwtje op een gegeven moment of al dat kattengrut nou wel aan het spelen was of niet. In het begin leek het echt op spelen en stoeien, maar ze had toch al snel door dat niet alle katten hier in huis de beste vriendjes waren. Dan lag hier weer een flinke pluk haar en dan weer daar. En ze vond ook nog plasjes. O-oh. Niet alleen in onze kattentoilet, nee helemaal ergens anders, zomaar op de grond. En er was er zelfs één die wilde ons laten weten dat het háár plekje was en begon zomaar tegen het gordijn te sproeien. Oei oei, dat vond het vrouwtje natuurlijk niet goed. Dat was niet zo slim van het poesje met de mooie blauwe ogen. Ik zou zoiets nooit doen. Nou, zei het vrouwtje, dan moet het maar weer terug zoals het was. De ene helft voor en de andere helft achter. Eerlijk gezegd vond ik het helemaal niet zo erg, dit is toch wel een stuk rustiger en iedereen is weer tevreden.

Boyke op één van zijn favoriete verstopplekjes, de stoel onder tafel.

Een tijdje terug schrok ik wel even. Wat krijgen we nou? dacht ik. Het vrouwtje kwam huilend naar me toe. Ik dacht: er is weer een angsthaasje binnengekomen, maar dan eentje die nog veel erger is dan ik was. Vrouwtje zei: Boyke, Boyke, ik ben zo gelukkig dat het zo goed gaat met jou en je vriendjes en vriendinnetjes. Hmm, maar daar hoef je toch niet zo hard voor te huilen dacht ik. Dat kon het toch niet zijn? Toen vertelde het vrouwtje dat een van onze vriendjes zo ziek was dat hij niet meer beter kon worden. Ik snapte het eerst niet. Er zijn zoveel pilletjes en dokters, zou dat ons vriendje niet beter kunnen maken dan? Maar dat ging helaas niet zei het vrouwtje. Dus hebben we onze Binky naar de katten hemel laten gaan. Ooooh, dat vond ik wel heel erg zielig. Nou, dan zou ik het vrouwtje wel troosten. Dus wat deed ik? Ik nam de gekste houdingen aan, zodat ze me van alle kanten kon kroelen en knuffelen. Om even haar gedachten te verplaatsen naar iets leuks. Boyke, wat ben je toch een lieverd zei het vrouwtje. Ze had dit amper gezegd of er kwam nog een knuffel aan om haar te troosten. Oké, zei ik tegen Cinthia, ik ga wel even opzij. Nu mag jij het vrouwtje troosten. En toen liet ook Cinthia zich heel erg verwennen door het vrouwtje. Vrouwtje keek ons allemaal aan en zei: wat zijn jullie toch allemaal schatjes, ik ben zó gelukkig met jullie. Wij zijn ook heel gelukkig met jou vrouwtje, riep ik toen. En dat is ook echt zo.

Boyke op dit moment; lekker relaxed in de kamer. 

Vanaf het begin dat ik hier woonde, stond er altijd een bakje met lekkere brokjes in mijn kamer. Dan konden we eten wanneer we er zin in hadden. Maar die dag, de dag dat vrouwtje zo gehuild had, stond er geen bakje, waren er geen brokjes. Oeps. Zou het vrouwtjes ons vergeten zijn door al haar verdriet? Nee dat kon toch niet? Ik hoorde haar wel steeds roepen: Boyke kom je naar beneden? Naar beneden? Waarom? Dat deed ik eigenlijk alleen als ik dacht dat ze er niet was. Hmm, ik ging voorzichtig kijken en toen wist ik ineens waarom ik boven geen brokjes kreeg. Alle bakjes stonden beneden! Boyke, zei het vrouwtje, ik wil dat je meer beneden komt, gezellig met z'n allen hier eten. Nou vooruit besloot ik, heel even dan… Ik kwam heel voorzichtig de trap af, liep naar het eerste het beste bakje en knabbelde een paar brokjes op. Maar ondertussen hield ik het vrouwtje heel goed in de gaten en toen zoef weer snel naar boven. Ik vreesde dat ik daar toch aan zou moeten wennen, aan beneden eten. Want ik kreeg geen brokjes meer op mijn kamer. Ik moest er iets voor doen om aan de brokjes te komen, tenzij ik honger wilde lijden en dat wilde ik natuurlijk niet. Het vrouwtje hield me wel goed in de gaten hoor. Ze keek altijd goed of ik wel genoeg at. Nou daar hoefde ze zich geen zorgen over te maken, want vanaf dat moment rende ik altijd stiekem naar beneden en zorgde ik dat mijn buikje vol was voordat ik snel weer naar boven rende.


Volgende week het vervolg!