zondag 15 november 2015

Van angsthaasje naar dappere lieverd

Onderstaand verhaal is geschreven door Merel van de Horst. Merel is een van de pleeggezinnen van Dierenopvangcentrum Hokazo en vangt moederpoezen en kittens op. Daarnaast biedt ze regelmatig een tijdelijk thuis aan een of meer angsthaasjes, om ze te socialiseren en ze zo een grotere kans te geven op een liefdevol, permanent thuis. Merel heeft in 2014 zelf angsthaasje Snoes van Hokazo geadopteerd. Hieronder vertelt ze haar verhaal.

Het verhaal van angsthaas Snoes


Al heel lang wilde ik graag een huisgenootje erbij voor mijn poes Noortje. Mijn enige eisen waren dat het nieuwe poesje sociaal was en van knuffelen hield. Op naar het asiel, daar kennen ze de katten en hun karakter en krijg je professioneel advies. Ik wilde alvast een keer gaan kijken, want ik wist zeker dat ik ze het liefst allemaal mee naar huis wilde nemen en dat de keuze misschien moeilijk zou worden. Nadat ik wat poezen had gezien was de keuze al wat moelijker, tot ik vroeg of ze ook angsthaasjes en langzitters hadden. Ik heb namelijk een zwak voor ‘kneusjes’. Een vrijwilliger bracht mij naar een aparte kamer, een kamer vol angsthaasjes.

Op slag verliefd

En daar zat ze, Snoes, 9 maanden oud en niemand die ooit interesse in haar had getoond. Met een bakje snoepjes in de aanslag ging ik de kamer binnen. Die snoepjes zag ze wel zitten, wel eng natuurlijk, en een aaitje ook wel, al was dat nog een beetje enger. Maar met een rustige benadering mocht ik haar aaien en dat vond ze stiekem toch wel heel erg fijn. En ja ik was opslag verliefd.

De keuze was gemaakt, ik hoefde niet langer na te denken, Snoes mocht mee naar huis. Een week later ben ik haar op komen halen, alles was in gereedheid gebracht voor de kleine meid. Natuurlijk volgde er een spannende dag voor Snoes, reismand in, auto in met vreemde mensen naar een vreemd huis. Eenmaal thuis had ik speciaal een kamer voor haar ingericht, brokjes, water, mandje, speeltjes en een krabpaal met huisje waar ze zich kon terugtrekken.

Ieder uur ging ik even kijken, zat op de grond rustig tegen haar te praten en heel veel te ‘knipperen’ met mijn ogen, een soort kattentaal waarmee je zegt “het is goed”. Ieder uur durfde ze meer en na een paar uur kwam ze al voorzichtig snuffelen en liet ze zich aaien (en verwennen, de liefde van een kat gaat nu eenmaal ook door de maag!). Al snel kreeg ik kopjes en kroeltjes van haar en begon ze te spinnen, dat geeft een enorme voldoening als je langzaam ziet dat ze begint op te bloeien. Steeds een stapje verder gingen we, de deur open zodat ze zelf kon kiezen wanneer ze klaar was om meer te ontdekken.

Snoes toen ze net bij Merel woonde


Kennis maken met Noortje

Tijd om kennis te maken met het andere huisgenootje. Er was mij verteld dat angsthaasjes hele sociale poezen zijn en dat klopt zeker! Met een hekje ertussen konden ze rustig snuffelen aan elkaar en Snoes was erg nieuwsgierig, nu was Noortje de ‘bangerik’. Dit een paar dagen gedaan te hebben, is het hekje verwijderd en kon Snoes verder op onderzoek, ja ook dat is eng! Ineens zoveel ruimte met allemaal ‘gekke spullen’ die ze in het asiel niet hadden. Al snel had ze door dat onder de bank een prima schuilplekje was als het allemaal te spannend werd.

Ik heb Snoes laten aanrommelen, wilde ze onder de bank, prima. Wilde ze op onderzoek uit, helemaal goed. Je moet geduld hebben en zeker niet dwingen! Ze komt vanzelf als ze zich veilig voelt. Ik geloof dat dit 2 dagen heeft geduurd, daarna dabberde ze rond om alles te onderzoeken en maakte ze echt kennis met Noortje door samen te spelen.

Lieverd

Ik heb Snoes nu een half jaar en ik ben ontzettend blij met haar. Ze is van angsthaasje opgebloeid tot dappere lieverd, want naast spelen vind ze het heerlijk om te knuffelen en kan ze gigantisch goed de clown in huis uithangen. Als ik na een dag werken op de bank plof komt ze meteen bij me liggen, ze ‘ploft’ dan ook echt tegen me aan en overlaadt me met kopjes. Na een aaisessie vlijt ze zich tegen me aan om spinnend in slaap te vallen. En als ik naar haar kijk, smelt mijn hart keer op keer en niet alleen dat van mij, ze heeft al vele harten veroverd van mijn vrienden.

Snoes nu

Het lijkt wel of ze mij iedere dag bedankt dat ik haar een kans heb gegeven, door de liefde die ze mij geeft of de manier waarop ze mij aankijkt. Er zitten zoveel angsthaasjes in het asiel die ook een kans verdienen. Natuurlijk is een ‘kant en klare’ knuffelkat leuk, maar hoe groot is de voldoening en beloning als je je nieuwe viervoeter ziet opbloeien door jou!? En geloof me, Snoes zit nooit meer onder de bank, een enkele keer als er ergens een hard geluid is, maar na 2 minuten wint haar nieuwsgierigheid het van de angst. Zelfs bij de dierenarts was ze een dappere meid!

Zoek jij een poes of kater die sociaal is en van knuffelen houdt? Denk dan eens aan een angsthaasje! Want een angsthaasje wordt een dappere lieverd!



zondag 8 november 2015

Hoe is het nu met… Jabulani

Qua langzitters spande onze jack russel Jabulani absoluut de kroon. Op 27 juni 2010 is hij zwervend op straat gevonden en naar ons asiel gebracht. Hij was niet als vermist opgegeven, niet gechipt en zijn eigenaar heeft zich nooit gemeld. Zeer waarschijnlijk een dumpertje dus. Het verhaal van Jabulani lees je hierMaar liefst 5 jaar lang (!) wachtte Jabulani in het asiel op een nieuw baasje. Soms leek zijn situatie uitzichtloos, zakte de moed ons in de schoenen, waren we bang dat zich nooit een geschikt iemand voor onze Jab zou melden, maar van opgeven was nooit sprake. En op 1 juli 2015 werd het lange wachten dan toch eindelijk beloond… Jabulani vond zijn forever home!

Onderstaand verhaal is geschreven door Ben Ederveen, het nieuwe baasje van Jabulani.

Inmiddels is het 7 weken geleden dat Jabulani op reis is gegaan vanuit Uden. Vanuit zijn beleving is hij aan een snuffeltocht begonnen, want zo ontdekt hij dagelijks zijn nieuwe omgeving en wat hij daar op zijn pad tegenkomt.


Wekenlang is Ben op zaterdag naar het asiel gekomen om met Jabulani te gaan wandelen. Zo leerden ze elkaar steeds beter kennen en werd een goede basis gelegd voor het latere 'samenwonen'. 
1 juli 2015, de dag van vertrek. Heel spannend en emotioneel. Jabulani heeft 5 jaar in het asiel gewoond, dan krijg je een diepe band. Dat is onvermijdelijk. Het afscheid was dan ook niet gemakkelijk...

Jabulani leek het allemaal prima te vinden. Misschien heeft hij 'voorvoeld' dat hij eindelijk op weg ging naar zijn permanente thuis. Ook onderweg naar Zeeland (toch 2 uur rijden) heeft hij zich voorbeeldig gedragen.

Nog iedere dag kiest hij voor een nieuwe straat of plantsoen op de wandelrondjes om daar op zijn eigen manier dat nieuwe stukje omgeving te verkennen. Met zijn neusje eerst een aantal minuten in de lucht, zijn staartje nog in de krul. Zijn oogjes speuren de objecten af en als zijn oortjes ook de rust ervaren zet hij zijn pootjes op het nieuwe pad. Snuffelend over de grond en daar waar nodig toch even een markering aanbrengen dat hij er is geweest. Zo heeft hij ook mij al in veel straten en op plekjes gebracht die ik als mede-inwoner van Oostveen nog niet had gezien.

Bij Jabulani kreeg ik van zijn verzorgers een kleine “gebruiksaanwijzing” mee . Absoluut noodzakelijk om voor hem een rustige en stabiele leefomgeving te creëren. Tijdens onze eerste weken was het vooral de onzekerheid van de nieuwe omgeving die hem alert hield maar gaandeweg heb ik me verplaatst in zijn positie en de wereld ook echt vanuit zijn ooghoogte bekeken. En ja, dan is een vrachtwagen of tractor die voorbij dendert een angstig object. Gelukkig wint hij snel aan vertrouwen en houd ik hem in de veilige omgeving. Hij verrast mij steeds weer door een volgende keer dan met minimale aarzeling door te gaan en niet met angst te reageren.

Met zijn soortgenoten, klein of groot, blijft hij jammer genoeg nog wat onhandelbaar als ze te dicht op zijn pad komen. De kleine vriend staat echter hard te kwispelen mochten ze achter een hekwerk of tralie van een tuin zitten. Dat laatste heb ik hem ook in de hondenopvang eens zien doen toen hij uit zijn riempje was geschoten. Het lijkt een mooie herkenning te zijn en bevestigt dat hij het in al die jaren goed heeft gehad in de dierenopvang in Uden. Een dik compliment is op zijn plaats voor al die geduldige en geweldige medewerkers die de moed voor hem nooit hebben opgegeven!!

Van vijf jaar in een kennel naar een warme huiskamer die je moet delen is ook niet zonder slag of stoot verlopen, en dan enigszins letterlijk. We ontkwamen er niet aan dat hij de gehele kamer als zijn domeintje zag, aangezien hij daar toch meer vertoeft dan zijn nieuwe baas. Het gedrag daartoe kon ik eerst niet geheel begrijpen maar gelukkig dat de gedragsdeskundige van HoKaZo dit wel verklaarde. De bank die hij tijdens mijn afwezigheid ook benutte en waar ik in de avonduren dan zat was reden om mij en de bank te omcirkelen afgewisseld met lang aanstaren. Doordat zijn staartje ook laag stond werd mij geadviseerd alert te zijn en hem enigszins te negeren.

Jabulani in zijn nieuwe thuis

Jabulani in zijn nieuwe thuis

Jabulani in zijn nieuwe thuis

Jabulani in zijn nieuwe thuis

Gelukkig is ondertussen met veel geduld geen enkele ruimte meer een discussie tussen ons. Maar een Jack Russel blijft een beetje ondeugend dus als je dan niet thuis bent neemt hij zijn plek op de bank in om buiten de voorbijgangers en mij te spotten. Slechts de haren die hij achterlaat zijn getuige van dat hij er zat, want met zijn enthousiaste begroeting als ik binnen kom verraadt hij zichzelf niet. Naast zijn ondeugendheid zijn de kenmerken uit het filmpje ook echt typisch Jabulani; zijn loopje, het losschudden van de regen of stress en zijn enthousiaste manier van even tegen je aan komen draaien om een knuffel en aai te krijgen. Voeg daar nog het heerlijke geluid van tippelende pootjes op de keukenvloer aan toe en zijn zachte snurken tijdens zijn rustmomentjes om het compleet te maken. Ik hoop dat hij de komende tijd nog tot verandering kan komen en naast het genot van een warm huis ook nog leert genieten van contact met zijn soortgenootjes zonder stress...”happy dog” “all the way”.


zondag 18 oktober 2015

Lastpakken en langzitters… onze honden met bagage (Amor)

Het asiel waar ik werk heeft een anti-inslaapbeleid. Bij ons worden dieren die fysiek en mentaal gezond zijn nooit ingeslapen. Ook niet wanneer ze er al heel lang zitten, heel bang of verwilderd zijn, een keer gebeten hebben of om welke reden dan ook moeilijk te herplaatsen zijn. Alleen wanneer een beestje ondraaglijk lijdt en er geen uitzicht is op herstel of wanneer een dier zodanig in zijn gedrag gestoord is dat hij een (groot) gevaar vormt voor zijn omgeving, wordt die vreselijk moeilijke beslissing genomen. In alle andere gevallen blijft een hond of kat bij ons wonen tot hij een nieuw, goed thuis heeft gevonden. Zelfs al duurt dat jaren.

Het verhaal van de vrolijke ‘bestempelde’ spierbundel Amor


Op 25 augustus 2013 is Amor bij ons binnengebracht. Wat hij in de pak ‘m beet anderhalve dag daarvoor heeft moeten doorstaan is eigenlijk met geen pen te beschrijven. Beschimpt, getreiterd, opgejaagd en in een hoek gedreven… door meer dan één persoon en dat uren lang. Tegen de tijd dat de professionele hulpdiensten arriveerden was de arme jongen natuurlijk compleet doorgedraaid. En in blinde paniek heeft hij uiteindelijk een van onze ambulancemedewerkers gebeten. Verklaarbaar. Logisch. Zelfs de meest zachtaardige hond zou zich in zo’n situatie met hand en tand verzetten. Maar de stempel was uitgedeeld: bijtgevaarlijk. Toen een paar dagen later de stofwolken wat waren gaan liggen en Amor een beetje tot rust was gekomen, werd zijn eigenlijke karakter zichtbaar. Amor bleek een lieve, vrolijke, speelse jongen. Niet gevaarlijk en onbenaderbaar, maar heel toegankelijk en dol op aandacht. Maar de stempel, die dagen daarvoor op zijn ‘paspoort’ was gezet, bleef staan. Die is onuitwisbaar. En dus wordt elke potentiele, nieuwe baas steeds weer voor Amor ‘gewaarschuwd’… Zo gaat dat in de hondenwereld. Zeker bij een asielhond en al helemaal als je een Stafford bent. Begrijpelijk natuurlijk. Een nieuwe eigenaar moet het volledige verhaal van Amor kennen, wij willen niks verbergen of verdoezelen. Maar het feit dat hij zo wordt beoordeeld op één incident dat zich in zijn donkerste dagen heeft afgespeeld voelt niet eerlijk. En het feit dat hij zo vaak wordt afgerekend (soms zelfs afgeschreven) op basis van één incident IS gewoon niet eerlijk. Inmiddels is dus ook onze Amor een langzitter, een lastig te plaatsen, ‘bestempelde’, viervoeter. Een hond met bagage.

Reden voor extra aandacht en de reden waarom ik me in de afgelopen week wat intensiever met Amor heb bezig gehouden. Dat had ik tot die tijd eigenlijk nog niet echt gedaan. Natuurlijk ken ik Amor al lang, heb ik hem eten gegeven en wel eens uitgelaten. Maar elke hond (in elk geval de langzitters) heeft bij ons zo’n beetje zijn eigen, vaste verzorgers. Een paar mensen die hij door en door kent en vertrouwt, die hem de broodnodige extra aandacht en afleiding geven. Niet voortdurend andere, nieuwe gezichten, dat geeft zo’n beestje ook rust en regelmaat. Niet onbelangrijk in een asiel. En ik behoor(de) niet tot de vaste fanclub van Amor. Dus heb ik hem – met een redelijk objectieve blik en houding – in de afgelopen week beter leren kennen. Op de wei, aan de lijn en in de kennel.

Amor

Gewapend met snoepjes ben ik de wei opgegaan, begroet door een enthousiast op me af stormende Amor. En ik moet zeggen… best indrukwekkend, die spierbundel. :-) Maar hij liet me netjes binnen en dat heb ik bij menig hond wel eens anders meegemaakt. Geen geduw, gespring of gewiekste ontsnappingspogingen. Mooi. Zo snel als hij was gekomen, was hij ook weer verdwenen. Als een paard in galop over de wei. Amor nam een ‘duik’ in het zwembadje, viste een tweede tennisbal van de grond, kwam weer op me afgerend, incasseerde een aai over zijn bol en ging er weer vandoor. Dit tafereel herhaalde zich in de tien minuten die volgden een heel aantal keer. Eerste (hernieuwde) indruk: Amor is écht leuk. Een vierjarige pup (geboren rond 1 augustus 2011) die dol is op spelen, ravotten, water en ballen. Uit enthousiasme een beetje lomp zo af en toe, maar nooit op een opdringerige of hardhandige manier. En hoewel hij echt wel van een knuffel houdt, ontbreekt het hem gewoon aan het geduld om lang genoeg stil te zitten. Tenzij hij is uitgeraasd (maar dat kan best even duren ;-)).

Amor

Tijd voor een snoepje besloot ik na een klein kwartier en meteen eens even testen hoe het zit met zijn ‘gehoorzaamheidstraining’. Met tweeënhalve tennisbal in zijn bek, kwam Amor onmiddellijk naar me toe toen ik hem riep. Ik liet hem het lekkers zien. Dat wilde hij wel, maar ja, dan moest hij zijn geliefde ballen loslaten… Of niet? Je zag hem bijna denken… Hoe ga ik dát doen. Geloof me, hij heeft zijn uiterste best gedaan om het snoepje met ballen en al aan te nemen. Haha. Geen succes. En ook geen probleem, want op het commando ‘los’ liet hij zijn tennisballen meteen vallen. Op het commando ‘zit’ ging Amor keurig zitten en bij ‘af’ zakte de lieve spierbundel zonder aarzeling door zijn poten en ging op de grond liggen. Zijn beloning pakte hij heel voorzichtig en rustig aan, zelfs bij het kleinste stukje heb ik geen tand gevoeld. Met vlag en wimpel geslaagd voor de basistest dus. Al wist hij wel steeds niet hóe snel hij na het snoepje de tennisballen weer van de grond moest graaien en er als een speer vandoor moest gaan. In volle galop denderend over de wei, zwembadje in, zwembadje uit, met één, twee en heel soms (als het ‘m lukte) drie ballen in zijn bek. Ach, je kunt niet alles verwachten hè. ;-) We hebben nog een paar minuten gespeeld en gedold en toen ben ik weer gegaan. Met toch een paar nieuwe indrukken van Amor. Wat een vreselijk leuke, grappige, slimme hond is dat.


Amor

Tot slot nog een paar wapenfeiten. Amor is ontzettend speels en behoorlijk energiek. Hij geniet enorm van het buitenzijn. Maar eenmaal tot rust gekomen in zijn kennel, is het echt een lekkere knuffelkont die het heerlijk vindt om geaaid te worden of gewoon ontspannen samen te zijn. Toch plaatsen we hem niet bij kleine kinderen. Daarvoor is hij gewoon te lomp. En met zijn kracht en lichaamsbouw, is het ‘omver-werp-risico’ voor de jongsten onder ons net iets te groot. Hoe sterk Amor is, merk je ook goed als je met hem gaat wandelen. In eerste instantie wil hij namelijk graag met volle vaart vooruit. En zijn volle vaart gaat toch nét iets harder en sneller dan die van jou. Trekken dus. Maar na even, zeker wanneer hij doorheeft dat jij ‘de leider’ bent, herstelt hij zich en loopt hij keurig mee. Uiteraard liefst met bal in de bek. Voorbijgangers, met en zonder andere hond, negeert hij. Uit voorzorg plaatsen we hem echter niet in een huishouden met andere viervoeters; honden of katten.


Na mijn ervaringen met Amor in de afgelopen week, bekijk ik hem toch weer met nét iets andere ogen. Wie weet, behoor ik binnenkort toch ook wel tot zijn ‘clubje van intimi’. :-) Hij heeft mijn hart in elk geval zeker veroverd met zijn vrolijke, grappige, speelse en lieve streken. Zin gekregen om Amor te ontmoeten? Kom dan snel een keertje kennismaken, hij wacht al zo ontzettend lang…



Amor verblijft bij Dierenopvangcentrum Hokazo in Uden, Lange Goorstraat 6, telefoonnummer: 0413-260546, e-mail: admin@hokazorg.nl.

zondag 1 juni 2014

Lastpakken en langzitters… onze honden met bagage (Casper)

Het asiel waar ik werk heeft een anti-inslaapbeleid. Bij ons worden dieren die fysiek en mentaal gezond zijn nooit ingeslapen. Ook niet wanneer ze er al heel lang zitten, heel bang of verwilderd zijn, een keer gebeten hebben of om welke reden dan ook moeilijk te herplaatsen zijn. Alleen wanneer een beestje ondraaglijk lijdt en er geen uitzicht is op herstel of wanneer een dier zodanig in zijn gedrag gestoord is dat hij een (groot) gevaar vormt voor zijn omgeving, wordt die vreselijk moeilijke beslissing genomen. In alle andere gevallen blijft een hond of kat bij ons wonen tot hij een nieuw, goed thuis heeft gevonden. Zelfs al duurt dat jaren.

En dat gebeurt dan ook regelmatig, zowel bij de katten als bij de honden. Meer dan ons lief is. Bij de katten valt het op dit moment gelukkig heel erg mee. De jonge Noekan woont het langst bij ons, een half jaar. Bij de honden is het beeld een stuk triester. Daar wachten er maar liefst 6 al meer dan anderhalf jaar op een thuis. Jabulani spant de kroon, hij is op 27 juni 2010 in het asiel terecht gekomen en verblijft nu dus al bijna 4 jaar (!) bij ons. En ook Vasek woont al ruim drie jaar bij Hokazo, op de voet gevolgd door Touty, die in juni zijn driejarig jubileum zal vieren. Dat zijn toch wel verdrietige mijlpalen. Cora, Casper en Beau zijn de overige drie viervoeters die al meer dan 18 maanden asielverblijf achter hun naam hebben staan. Het zijn geen van alle de meest makkelijk te plaatsen honden. Was dat wel zo geweest, dan hadden ze er waarschijnlijk ook niet meer gezeten. Maar het zijn ook lang niet allemaal vreselijk moeilijke viervoeters, al vragen sommige wel om een wat meer ervaren baasje. Zoals Casper, onze witte herderreu.

Het verhaal van ‘de knappe adonis’ Casper


Het meest opvallende kenmerk van Casper is zonder twijfel zijn uiterlijk. Wat een knappe vent is dat! Met zijn witte manen, prachtige kop en sprekende ogen. Bekijks heeft Casper dan ook al meer dan genoeg gehad. Dat is het probleem niet. Hij zit in de voorste kennel, met grote uitloop, en iedereen die bij ons op bezoek komt stopt voor Casper. De ‘oehs’ en ‘aaah’ zijn niet van de lucht, niks dan complimenten voor onze mooie jongen. Casper is dol op aandacht, dus hij reageert op elke bewonderaar even enthousiast. Rent onmiddellijk naar het hek, springt en huppelt, gaat zitten en kijkt verwachtingsvol naar het gezicht van bezoeker nummer zoveel. Wat zou er door zijn koppie gaan… vraag ik me dan vaak af. Zou hij zich realiseren dat elk van die nieuwe mensen een mogelijk ticket voor de toekomst op zak heeft. Dat elk van die nieuwe gezichten een potentieel eigen thuis in de aanbieding heeft. Eerlijk gezegd hoop ik het niet. Want dan heeft de arme donder in de afgelopen 21 maanden al wel heel vaak een teleurstelling moeten verwerken… Maar misschien wordt zijn verwachtingsvolle blik ook alleen maar veroorzaakt wordt door de hoop iets lekkers te krijgen. ;-) En lees ik weer veel te veel in zijn gedrag.


Casper

Casper is afgestaan door zijn vorige eigenaar omdat hij gebeten had. Gaan we weer. Nou wil dat helemaal niet zeggen dat hij dus agressief of onbetrouwbaar is, want dat is hij zeker niet, maar het drukt wel weer onmiddellijk een stempel op hem. Het maakt hem meteen een stuk lastiger te plaatsen. Inmiddels weten we dat Casper niet helemaal goed ziet. Hij loenst in elk geval flink en we hebben het sterke idee dat hij daardoor niet goed kan inschatten wat er in zijn buurt gebeurt. Dus schrikt hij wel eens als je voor zijn neus onverwachte bewegingen maakt of als je hem ineens stevig omhelst. Logisch natuurlijk. En heel waarschijnlijk is dat dus ook de reden geweest waarom hij zijn vorige baasje heeft gebeten. Allemaal heel begrijpelijk, maar die stempel blijft… En nou moet ik heel eerlijk toegeven dat ik daar zelf ook een beetje last van had. Om een of andere reden maken herders in kennels altijd indruk op me [lees: ze imponeren me] en zal ik niet snel bij een herder die ik niet heel erg goed ken naar binnen stappen. Het heeft niets met hun grootte te maken, want bij rottweilers of bordeauxdogs heb ik er geen last van. En qua omvang doen die nou toch niet echt voor een herder onder. Waarmee dan wel? Ik heb echt geen idee. Misschien met hun vinnigheid als ze in de kennel zitten of misschien wel met een onderdrukte ervaring uit het verre verleden die ik me niet meer herinner. ;-) Ik weet het niet. Maar ook bij Casper was ik – tot voor kort – nog nooit in de kennel geweest. Ik had hem al heel vaak geaaid en gekroeld hoor, tis echt een hele lieve vent. Maar altijd buiten, als hij aan het wandelen was. Tot een van zijn vaste verzorgers me onlangs dus mee naar binnen nam (nee zeggen was geen optie, geloof me ;-)).

We stonden voor zijn buitenkennel en hadden het over Casper. ‘Tis echt een enorme vrijkont’ zei ze. ‘Hij doet alleen nieperen. Ik weet ook niet waarom. Wil je het zien?’ En voor ik antwoord kon geven, stond ik dus al binnen. Haha. ‘Hij doet nieperen’. Geen idee waar ze het over had. Ik had er nog nooit van gehoord. Na even begreep ik dat ze ‘velletje bijten’ bedoelde. :-) En dat doet hij inderdaad. Uit gekkigheid, uit enthousiasme? Ik weet ook niet waarom. Maar iets kwaads zit er niet achter, zoveel is me wel duidelijk geworden. Casper vindt het geweldig om aandacht te krijgen. Hij gaat lekker bij je liggen, rolt zich op zijn rug, laat zich uitgebreid kroelen, legt zijn bol op je schoot, is vrolijk en enthousiast… En ondertussen ‘niepert’ hij dus. Niet hard en niet gemeen en hij laat zich ook goed corrigeren, maar hij probeert tijdens het aaien en knuffelen inderdaad wel je mouw te pakken. Ik had het nog nooit gezien. Weer een nieuwe ervaring. Los van mijn primeur in de kennel van Casper. :-)


Casper

Casper is dus gewoon een grote kroelkont. Een vreselijke lieverd. Met wat kleine aandachtspuntjes, dat wel. Je moet Casper rustig benaderen en geen gekke, onverwachte dingen voor zijn neus doen. Ook bij andere honden moet je een beetje opletten, want daar kan hij soms heel fel op reageren. Vooral op de grotere exemplaren en dan in het bijzonder op Beau, onze rottweiler. Voor kleine honden is hij bang en op kinderen heeft hij het ook niet zo. Ik denk dat die gewoon te druk en te onvoorspelbaar voor hem zijn en daar wordt hij nerveus van. Casper kent best wel wat commando’s (blijf, hier, zit) en luistert heel goed. Alleen bij het wandelen wint zijn enthousiasme het van zijn wil om te gehoorzamen. ;-) Hij trekt dus aan de lijn. En gezien zijn kracht is een wandeling met Casper dus niet echt heel ontspannen. Een verbeterpuntje. Volgens zijn vorige baasje kan Casper overigens wel met katten samenleven, al zou hij uit speelsheid wel wat lomp met ze zijn. Wij hebben dat nog niet geprobeerd. En ook met sommige grote honden zou hij het goed kunnen vinden. Ook dat hebben we nog niet geprobeerd. Daarvoor vinden we hem eigenlijk toch echt te fel reageren op de meeste andere viervoeters.

Het ideale thuis voor Casper is er een bij lieve mensen die stevig en consequent in hun schoenen staan en die lekker actief met hem bezig willen zijn. Casper is energiek en wil werken. Hij vindt het echt prachtig om samen dingen te ondernemen en om zich op een goede, gezonde manier uit te putten. Het voordeel daarvan is dat je daarna vrijwel alles met hem kunt doen, dan is hij zo mak als een lammetje, een lieve lome knuffelkont. Ontspannen en rustig, ook in huis. Casper is niet voor iedereen geschikt. Dat klopt. Maar de pas vierjarige jongen is ook beslist niet onhandelbaar of onplaatsbaar. Hij heeft nog een heel leven voor zich en bij de juiste baasjes zou dat er echt heel mooi uit kunnen zien.

Interesse in Casper? Kom dan snel een keertje kennismaken! Hij wacht al zo ontzettend lang…

Casper verblijft bij Dierenopvangcentrum Hokazo in Uden, Lange Goorstraat 6, telefoonnummer: 0413-260546, e-mail: admin@hokazorg.nl.


zondag 18 mei 2014

Lastpakken en langzitters… onze honden met bagage (Touty)

Het asiel waar ik werk heeft een anti-inslaapbeleid. Bij ons worden dieren die fysiek en mentaal gezond zijn nooit ingeslapen. Ook niet wanneer ze er al heel lang zitten, heel bang of verwilderd zijn, een keer gebeten hebben of om welke reden dan ook moeilijk te herplaatsen zijn. Alleen wanneer een beestje ondraaglijk lijdt en er geen uitzicht is op herstel of wanneer een dier zodanig in zijn gedrag gestoord is dat hij een (groot) gevaar vormt voor zijn omgeving, wordt die vreselijk moeilijke beslissing genomen. In alle andere gevallen blijft een hond of kat bij ons wonen tot hij een nieuw, goed thuis heeft gevonden. Zelfs al duurt dat jaren.

En dat gebeurt dan ook regelmatig, zowel bij de katten als bij de honden. Meer dan ons lief is. Bij de katten valt het op dit moment gelukkig heel erg mee. De jonge Noekan woont het langst bij ons, een half jaar. Bij de honden is het beeld een stuk triester. Daar wachten er maar liefst 5 al meer dan anderhalf jaar op een thuis. Jabulani spant de kroon, hij is op 27 juni 2010 in het asiel terecht gekomen en verblijft nu dus al bijna 4 jaar (!) bij ons. En ook Touty woont al bijna drie jaar bij Hokazo. Dat zijn toch wel verdrietige mijlpalen. Cora, Casper en Beau zijn de overige drie viervoeters die al meer dan 18 maanden asielverblijf achter hun naam hebben staan. Het zijn geen van alle de meest makkelijk te plaatsen honden. Was dat wel zo geweest, dan hadden ze er waarschijnlijk ook niet meer gezeten. Maar het zijn ook lang niet allemaal vreselijk moeilijke viervoeters, al vragen sommige wel om een wat meer ervaren baasje. Zoals Touty.

Het verhaal van ‘de complexe vrijdoos’ Touty

Touty… Als ik aan Touty denk smelt mijn hart. Onmiddellijk en altijd. Het is zo’n beetje de grootste vrijdoos die op dit moment bij ons woont. De term ‘knuffelkont’ zou gewoon echt geen recht doen aan zijn kwaliteiten op dat gebied. Touty is mijn ‘troosthond’. Hij voelt feilloos aan of ik lekker in mijn vel zit of niet. De allereerste keer dat hij me dat liet zien, een paar jaar geleden, was ik echt in- en in verdrietig. Ik zie me nog zitten, op een stoel, voor de poort van de ezelwei. Sissy, één van onze ezeltjes, was doodziek en ik zat te wachten tot mijn collega kwam met de trailer, zodat we haar naar een gespecialiseerde kliniek konden brengen. Sissy heeft het helaas niet gehaald en dat was echt een vreselijke periode, dus ik wil er niet te lang over uitweiden. Maar toen ik daar op die stoel zat te wachten, kwam een andere collega voorbij met Touty, meters bij me vandaan. Ze gingen wandelen, één van Touty’s favoriete bezigheden. Toch weigerde hij nog een stap te zetten toen hij mij zag. Hij moest en zou naar me toe… Gelukkig gaf mijn collega gehoor aan zijn dringende verzoek, want de intense knuffel die ik vervolgens van Touty kreeg, zal ik nooit vergeten. Hij rende naar me toe, zette zijn poten op mijn schoot en likte de tranen van mijn gezicht. Toen ik op de grond knielde, sloeg hij letterlijk zijn pootjes om mijn nek en legde zijn bol op mijn schouder. Ik heb hem stevig omhelsd, mijn hoofd tegen het zijne, en zo hebben we minutenlang gezeten… Nu nog krijg ik een brok in mijn keel als ik aan dat moment terugdenk. Het was zó intens, zo lief, zo meelevend. En het is zó Touty.

Touty

Touty is altijd vrolijk als ik hem zie; in de kennel, op de wei of buiten als hij aan het wandelen is. Ik neem altijd de tijd om hem even lekker te knuffelen, zelfs door de tralies van zijn kennel heen. Dat laatste zeg ik bewust, omdat veel honden in de kennel – en vooral door de tralies heen – niet altijd ‘op hun best’ zijn en een intieme omhelzing dan ook niet altijd het beste idee is. Maar bij Touty wel. Het is een heerlijke, enthousiaste en grappige vent. Van tijd tot tijd zo gek als een deur. ;-) Loopt het liefst de hele dag met een stuk deken of knuffel in zijn bek. En als je bij hem op de wei gaat zitten, kruipt ie graag op schoot of werpt zich bij iedere stap die je zet voor je voeten, rolt op zijn rug en steekt zijn pootjes in de lucht. Net zo lang tot je eindelijk toegeeft en hem een, minimaal 5 minuten-durende, buikmassage geeft. Daar is ie écht dol op. En als ik behoefte heb aan één van zijn beroemde troostknuffels, hoef ik daar nooit om te vragen. Dat voelt hij onmiddellijk. Hij aarzelt op zo’n moment geen seconde, slaat zijn poten om mijn nek en likt mijn gezicht af of legt zijn bol op mijn schouder. Dus ja… als ik aan Touty denk… dan smelt mijn hart. Ik vind hem geweldig, met al zijn eigenaardigheden. Waar ik overigens zelf nog nooit mee te maken heb gehad en zelfs nog nooit getuige van ben geweest, maar hij heeft ze wel degelijk. Helaas. Anders had deze grote vrijdoos natuurlijk allang een warm eigen thuis gehad…


Touty en zijn knuffel... een bekend beeld :-)

Touty is op 17 juni 2011 bij ons binnengekomen. Er werd afstand gedaan van de toen vierjarige jongen, omdat hij beet. Niet voortdurend en niet bij iedereen, maar wel als hij bijvoorbeeld onder tafel lag te doezelen en schrok van bewegende voeten. Een bekend Cocker-trekje. In elk geval van degene die onvoldoende opvoeding hebben gehad. Inmiddels weten we dat Touty ook in andere situaties wel eens kan happen. Als je bijvoorbeeld onaangekondigd een takje uit zijn lange staartharen wil halen of – voor hem onverwacht – zijn pootjes vastpakt. Zijn hap of snauwende waarschuwing is meestal een schrikreactie en handelen met beleid kan dan ook veel leed voorkomen. Buiten dat ‘hap-minpuntje’, is Touty vooral een enorme charmeur. Ook naar vreemden toe. En het is dan ook vooral dankzij die eigenschap dat hij sinds zijn oorspronkelijke binnenkomst al vier keer (!) een nieuw thuis heeft gevonden. Keer op keer leken de omstandigheden ideaal en hadden zijn nieuwe – uitgebreid gewaarschuwde – baasjes echt de beste bedoelingen. Maar keer op keer kwam Touty terug… Eén belangrijke conclusie hebben we wel kunnen trekken uit al zijn plaatsingen: Touty is heel goed in staat om zich uitstekend te gedragen bij één baas. Op een enkele hap in de eerste één of twee weken na, vonden er gedurende zijn verblijf (van soms maanden) steeds bij één persoon geen bijtincidenten plaats. Bij degene die zich het meest als ‘zijn baasje’ gedroeg, liet Touty zich alleen maar van zijn beste kant zien: de charmeur, de vrijdoos, de ‘ik-luister-ontzettend-goed-viervoeter’. Hij heeft daarbij overigens geen voorkeur voor geslacht; de ene keer was het de man des huizes, de andere keer de vrouw. Het ideale thuis voor Touty zou dan ook een rustig één-persoonshuishouden zijn. Tenzij beide baasjes zich consequent en in gelijke mate als baasje gedragen. Van kinderen is dat natuurlijk bijna niet te vragen, dus een huishouden met kinderen is echt niet verstandig. Ook andere viervoeters zijn niet aan te raden. Op katten reageert Touty sowieso vrij fel, bij andere honden is dit wisselend. Te wisselend. En het is voor Touty heel belangrijk om in een rustige, stabiele omgeving te leven. Niet alleen vanwege zijn ‘hap-gedrag’, maar ook vanwege zijn epilepsie. Veel last heeft hij overigens niet van deze aandoening; een aanval krijgt hij slechts heel sporadisch en hij heeft er ook geen medicijnen voor nodig. Maar in een omgeving met te veel (negatieve) prikkels kan dat anders zijn. En dat willen we natuurlijk niet.


Touty

Tot zover het verhaal van Touty. In zijn volle glorie, open en eerlijk. Ik heb het tweede deel van zijn verhaal uiteraard al tig keer gehoord. Nog nooit meegemaakt en zelfs nog nooit gezien. Voor mij is Touty dan ook alleen maar ‘mijn troosthond’. Ik hou me nooit in als ik hem knuffel, geef me volledig over aan de kleine intieme momentjes die we zo vaak samen delen. Ik heb bij Touty geen enkele reserve, althans niet als het om knuffelen of de alledaagse handelingen (zoals aan- en aflijnen) gaat. Natuurlijk zal ik nooit onverwachts aan zijn staart of poten gaan plukken. Een gewaarschuwd mens telt immers voor twee. Maar dat is inmiddels zo ingeburgerd (en overigens iets dat ik in principe bij geen enkele hond doe), dat het me totaal geen moeite kost en ook geen enkele belemmering vormt voor een ongecompliceerde en intieme relatie met Touty. En ik ben daarin overigens ook niet uniek, voor veel van mijn collega’s is Touty alleen maar ‘die enorme vrijdoos’. Een enkeling is zelfs zo verliefd, dat ze met grote regelmaat in de pauze (van haar betaalde job) op en neer rijdt naar het asiel voor een ontspannen wandeling met Touty. Tja, zoals ik al zei… tis een échte charmeur. ;-)

Interesse in Touty? Kom dan snel een keertje kennismaken! Hij wacht al zo ontzettend lang…

Touty verblijft bij Dierenopvangcentrum Hokazo in Uden, Lange Goorstraat 6, telefoonnummer: 0413-260546, e-mail: admin@hokazorg.nl.


zondag 4 mei 2014

Lastpakken en langzitters… onze honden met bagage (Beau)

Het asiel waar ik werk heeft een anti-inslaapbeleid. Bij ons worden dieren die fysiek en mentaal gezond zijn nooit ingeslapen. Ook niet wanneer ze er al heel lang zitten, heel bang of verwilderd zijn, een keer gebeten hebben of om welke reden dan ook moeilijk te herplaatsen zijn. Alleen wanneer een beestje ondraaglijk lijdt en er geen uitzicht is op herstel of wanneer een dier zodanig in zijn gedrag gestoord is dat hij een (groot) gevaar vormt voor zijn omgeving, wordt die vreselijk moeilijke beslissing genomen. In alle andere gevallen blijft een hond of kat bij ons wonen tot hij een nieuw, goed thuis heeft gevonden. Zelfs al duurt dat jaren.

En dat gebeurt dan ook regelmatig, zowel bij de katten als bij de honden. Meer dan ons lief is. Bij de katten valt het op dit moment gelukkig heel erg mee. De jonge Noekan woont het langst bij ons, een half jaar. Bij de honden is het beeld een stuk triester. Daar wachten er maar liefst 6 al meer dan anderhalf jaar op een thuis. Jabulani spant de kroon, hij is op 27 juni 2010 in het asiel terecht gekomen en verblijft nu dus al bijna 4 jaar (!) bij ons. En ook Vasek woont al ruim drie jaar bij Hokazo, op de voet gevolgd door Touty, die in juni zijn driejarig jubileum zal vieren. Dat zijn toch wel verdrietige mijlpalen. Cora, Casper en Beau zijn de overige drie viervoeters die al meer dan 18 maanden asielverblijf achter hun naam hebben staan. Het zijn geen van alle de meest makkelijk te plaatsen honden. Was dat wel zo geweest, dan hadden ze er waarschijnlijk ook niet meer gezeten. Maar het zijn ook lang niet allemaal vreselijk moeilijke viervoeters. En Beau is daar een heel goed voorbeeld van.


Het verhaal van 'grote knuffelbeer' Beau


Over Beau kan ik eigenlijk heel erg kort zijn, ware het niet dat hij al heel lang in het asiel zit en alleen al om die reden meer dan twee regels tekst verdient. Toch zal ik aardig mijn best moeten doen om een A4-tje te vullen, want Beau is gewoon een lieverd. Onze grote, soms ietwat lompe, knuffelbeer. Een enorm rustige, tenzij-ik-een-kat-zie, spierbundel. Met Beau is het heerlijk wandelen. Hij trekt niet aan de lijn, loopt lekker langs je of hooguit een paar stappen vooruit. Beau snuffelt onderweg wat, blijft af en toe even staan om te luisteren naar het gekwetter van de vogels of kijkt gebiologeerd naar een mier die langs een grasspriet omhoog kruipt. Beau is Beau, relaxed, een echt wat-vandaag-niet-kan-komt-morgen-wel-type. Beau is dol op aandacht en hij voelt zich niet te groot om daar om te vragen. Een emo-man dus. Maar ook dat gaat op ‘z’n Beaus’: relaxed. Hij komt langs je zitten, legt loom zijn bol op je schoot, kijkt je met zijn grote, immens droevige ogen smekend aan en - mocht je de hint nog steeds niet begrijpen - veegt zacht met zijn poot (nou ja, in zijn gedachten is het vast heel subtiel ;-)) over je been. Toch is hij snel tevreden. Je hand op zijn rug, een aai over zijn bol en zo nu en dan een tedere kriebel achter zijn oren… Beau geniet simpelweg van het samenzijn. Je kunt ‘m op z’n snoet kussen of ‘m lekker beetpakken, Beau vindt het allemaal best. Tenzij je hem per ongeluk pijn doet (kom ik zo op terug) of zijn geduld met een half uur durende borstelbeurt wel heel erg op de proef stelt. Dan bromt hij een keer om het einde van de intimiteit aan te kondigen. Tijd om te stoppen dus, om zijn grenzen te respecteren. En dan blijft Beau gewoon de vrolijke, lieve, rustige Beau.

Beau

Waarom deze aandoenlijke spierbundel, deze enorme knuffelbeer, dan al meer dan anderhalf jaar wacht op een liefdevol thuis? Hmm, misschien wel gewoon domme pech. Alhoewel er natuurlijk best wel wat dingen zijn die hem niet de meest makkelijk te plaatsen hond op aarde maken. Maar dat zijn vooral dingen die (blijkbaar) van belang zijn als je de grote kerel niet persoonlijk kent en een heel afstandelijk oordeel velt. Want wie Beau écht kent, kan niet anders dan stapeldol op hem zijn. Omwille van de objectiviteit… kom ik er natuurlijk toch niet onderuit om ook ‘de minder aantrekkelijke punten’ van Beau te benoemen. Dus, komen ze… Beau is inmiddels 8 jaar oud. Voor een grote kruising rottweiler aardig op leeftijd. En Beau heeft last van artrose in zijn heupen. Dat had hij al toen hij anderhalf jaar geleden bij ons kwam. Rechtstreeks van de straat overigens, want Beau is zwervend gevonden en nooit opgehaald door zijn toenmalige eigenaar. Zijn artrose beperkt hem niet overdreven veel in zijn doen en laten. Beau is vrolijk, actief en speels. Maar het zorgt er wel voor dat hij geen hele lange wandelingen aankan. Dan gaat hij zichtbaar mank lopen, een duidelijk teken van pijn dus. En als Beau pijn heeft wil hij (natuurlijk) liever niet aangeraakt worden op de plek die hem dat vervelende gevoel bezorgt. Dat is zo logisch dat het eigenlijk de vermelding niet waard is, maar het maakt hem wel minder geschikt voor kleine kinderen. Dus zeg ik het toch maar even. Als Beau pijn heeft en toch wordt ‘lastig gevallen’, laat hij namelijk duidelijk merken dat hij daarvan niet gediend is. Hij bromt of gromt. En bij een heel vervelend (en pijnlijk) onderzoek door de dierenarts dat hem echt te lang duurt, kan hij zich zelfs behoorlijk imponerend gedragen. Bijten heeft hij echter nog nooit gedaan en zo ver hoeft het ook echt niet te komen [mocht dat al in hem zitten], want zijn waarschuwing is meer dan duidelijk genoeg. Voor volwassenen en oudere kinderen, voor de kleintjes wellicht niet. Omdat Beau artrose heeft, krijgt hij pijnstillers. En ook dat is weer zo’n dingetje… want het is een extra kostenpost. Bij tweevoeters is spierbundel Beau de rust zelve, bij viervoeters is dat niet altijd zo. Artrose of niet, bij ontmoetingen met katten of andere honden maak je soms op niet mis te verstane wijze kennis met de werkelijke spierkracht van ‘Jerommeke Beau’. Nog iets om rekening mee te houden dus.


Beau

Al met al geen enorme lijst met mankementen of minpunten, maar het zijn wel dingen die er al meer dan eens voor hebben gezorgd dat potentiele baasjes uiteindelijk toch afzagen van adoptie. Soms is het zó jammer dat je altijd op voorhand zo eerlijk en open moet zijn, altijd – nog voor de eerste live ontmoeting heeft plaatsgevonden – alle ook maar enigszins negatief op te vatten ‘wapenfeiten’ op tafel moet leggen. Een asielhond ligt echt onder een vergrootglas. Toch kunnen we natuurlijk niet anders. Willen we zelfs niet anders. Mensen moeten heel bewust en weloverwogen kiezen voor een hond. Ze moeten er 100% voor gaan en met volle overtuiging van hem, met al zijn positieve en (mogelijk) negatieve punten, houden. Maar toch is het soms jammer… Want, nogmaals, wie Beau écht kent, moet flink zijn best doen om zijn minder aantrekkelijke kanten te benoemen. Die verdwijnen, zakken zo ver naar de achtergrond dat ze vrijwel onzichtbaar worden. Dan is Beau gewoon Beau; een aandoenlijke spierbundel, een enorme knuffelbeer. Perfect? Nee, verre van. Maar welk dier of mens is dat wel? Zeker als elke millimeter van je hele wezen zo’n duizend keer wordt uitvergroot. Ik ken ze niet… Wil ze ook niet kennen. Persoonlijk hou ik namelijk enorm van een beetje verscheidenheid en karakter. ;-)

Omdat (bewegende) beelden zoveel meer zeggen dan woorden:





Interesse in Beau? Kom dan snel een keertje kennismaken! Hij wacht al zo ontzettend lang…

Beau verblijft bij Dierenopvangcentrum Hokazo in Uden, Lange Goorstraat 6, telefoonnummer: 0413-260546, e-mail: admin@hokazorg.nl.

zondag 20 april 2014

Lastpakken en langzitters… onze honden met bagage (Cora)

Het asiel waar ik werk heeft een anti-inslaapbeleid. Degenen die mijn blogs wel eens lezen, weten dat inmiddels waarschijnlijk wel. Maar voor de nieuwkomers onder ons, leg ik het graag nog een keer uit. Ik vind het namelijk een enorm belangrijk gegeven en iets wat eigenlijk voor elk asiel vanzelfsprekend zou moeten zijn (maar dat helaas niet is). Bij ons worden dieren die fysiek en mentaal gezond zijn nooit ingeslapen. Ook niet wanneer ze er al heel lang zitten, heel bang of verwilderd zijn, een keer gebeten hebben of om welke reden dan ook moeilijk te herplaatsen zijn. Alleen wanneer een beestje ondraaglijk lijdt en er geen uitzicht is op herstel of wanneer een dier zodanig in zijn gedrag gestoord is dat hij een (groot) gevaar vormt voor zijn omgeving, wordt die vreselijk moeilijke beslissing genomen. In alle andere gevallen blijft een hond of kat bij ons wonen tot hij een nieuw, goed thuis heeft gevonden. Zelfs al duurt dat jaren.

En dat gebeurt dan ook regelmatig, zowel bij de katten als bij de honden. Meer dan ons lief is. Bij de katten valt het op dit moment gelukkig heel erg mee. Afgelopen week hebben onze twee langstzittende katjes, de katers Lassy en Ouzo, sámen een geweldig thuis gevonden. De jonge Noekan woont nu het langst bij ons, een half jaar. Bij de honden is het beeld een stuk triester. Daar wachten er maar liefst 6 al meer dan anderhalf jaar op een thuis. Jabulani spant de kroon, hij is op 27 juni 2010 in het asiel terecht gekomen en verblijft nu dus al bijna 4 jaar (!) bij ons. En ook Vasek woont al ruim drie jaar bij Hokazo, op de voet gevolgd door Touty, die in juni zijn driejarig jubileum zal vieren. Dat zijn toch wel verdrietige mijlpalen. Cora, Casper en Beau zijn de overige drie viervoeters die al meer dan 18 maanden asielverblijf achter hun naam hebben staan. Het zijn geen van alle de meest makkelijk te plaatsen honden. Was dat wel zo geweest, dan hadden ze er waarschijnlijk ook niet meer gezeten. Maar het zijn ook lang niet allemaal vreselijk moeilijke viervoeters. Neem nou Cora. Een schat van een meid en een hele grote knuffelkont. Alleen geven haar lichaamshouding en mimiek vaak een andere indruk. Ik denk dat Cora één van de meest verkeerd ingeschatte honden is die ik ken. En waarschijnlijk is dat haar grootste probleem. Dus dat misverstand gaan we nu uit de weg helpen.

Het verhaal van ‘de-verkeerd-begrepen’ Cora


Cora is een lieverd, maar ze heeft twee dingen die in haar nadeel werken. Het is eerste is haar grijze snoet, waardoor ze er (volgens sommigen) een stuk ouder uitziet dan de 8 jaar die ze door onze dierenarts is geschat. Het tweede is haar onhandige manier van communiceren, waardoor de eerste indruk meestal niet erg positief is. Onterecht, maar toch, ze krijgt maar één kans voor een eerste indruk en het is heel lastig gebleken om mensen vervolgens van haar goede bedoelingen te overtuigen. En ik denk dat ze vooral dankzij die twee ‘misverstanden’ nu al 20 maanden in het asiel verblijft. Ze helpen haar in elk geval niet bij haar zoektocht naar een nieuw thuis, dat is een ding dat zeker is.


Cora had bij binnenkomst een lelijke wond in haar hals

Haar leeftijd is een schatting. Een vrij nauwkeurige schatting, waarbij gekeken wordt naar het gebit, overige fysieke kenmerken en gedrag, maar wel een schatting. En het is dus ook niet uit te sluiten dat Cora een jaar of wat ouder is dan wij denken, zo eerlijk moeten we ook zijn. Toch zegt een grijze snuit lang niet altijd alles over de leeftijd. De ene hond wordt nou eenmaal vroeger grijs dan de andere. Net als mensen. Genetische aanleg, stress… er zijn verschillende oorzaken denkbaar die ervoor kunnen zorgen dat dieren (en mensen) op jongere leeftijd grijs worden. En we hebben meerdere honden die er tijdens hun langdurige asielverblijf flink wat grijze haren bij krijgen… Eigenlijk zou het niet zo belangrijk moeten zijn hoe oud Cora nu precies is, ware het niet dat er toch wel potentiële baasjes zijn geweest voor wie dat gegeven uiteindelijk de reden is geweest om van adoptie af te zien. Zo jammer. Want Cora is echt geen stokoude hond, die op haar laatste benen (of pootjes) loopt. Verre van! Cora is hartstikke fit, actief en heel speels. Met 100% zekerheid zullen we haar leeftijd nooit weten, dus dat ‘misverstand’ kunnen we helaas ook nooit helemaal uit de weg ruimen. Cora is zwervend op straat gevonden en een eigenaar heeft zich nooit voor haar gemeld. De arme meid had bovendien een flinke en lelijke wond in haar hals. Wat haar verhaal precies is weten we niet, maar ze was er in elk geval niet goed aan toe toen ze in het asiel terecht kwam. Het enige dat we wél weten is dat Cora’s leeftijd niet puur bepaald kan en mag worden op basis van haar grijze snuit. Don’t judge the book by its cover!


Cora, een échte ballengek! :-)

De achtergrond van Cora heeft er misschien of waarschijnlijk ook voor gezorgd dat ze niet uitblinkt in hartelijkheid. Althans niet als je enkel afgaat op haar gezichtsuitdrukking en lichaamshouding. En ik weet waar ik het over heb. Ik ben namelijk één van degenen (of velen) die die fout heeft gemaakt, die Cora totaal verkeerd heeft ingeschat. Nadat ik Vasek (één van de andere langzitters én lastpakken) terugzet in de kennel, maak ik altijd een rondje langs alle kennels. Geef ik alle honden wat lekkers en besteed even aandacht aan ze. Geef ik ze een aai en een knuffel en maak een ‘praatje’ met ze. Niet bij Cora. Althans niet in het begin. Natuurlijk kreeg ze wel wat lekkers, maar meer genegenheid dan dat zat er helaas niet in. Cora blafte hard en fel, sprong tegen de tralies op, bromde en liet zelfs haar tanden zien. Het snoepje gooide ik dan ook maar snel in haar voerbak. Beetje bij beetje lukte het me wel om Cora iets te kalmeren voor ze haar lekkers kreeg, om haar te laten stoppen met blaffen en te laten zitten, maar echt vertrouwen deed ik haar niet. Het harde blaffen en tegen de tralies opspringen deed me niet zoveel, dat is iets wat veel honden doen als ze in de kennel zitten. Begrijpelijk ook. Maar dat brommen en optrekken van de lip zat me niet lekker. En vanwege die ervaring in haar kennel, benaderde ik haar ook altijd met de nodige reserves als ze buiten was, op de wei of aan het wandelen. Tot één van mijn collega’s en haar vaste verzorgers me liet zien hoe Cora werkelijk was: een knuffelkont, dol op aandacht, maar met een ietwat ‘verknipt’ begroetingsritueel. ;-) In tegenstelling tot de meeste andere honden, bedoelt Cora het niet verkeerd als ze zo tekeer gaat. Het is gewoon haar manier van ‘hallo’ zeggen of van – in mijn geval – ‘geef me dat lekkers nú vrouw’. :-) Haar vaste verzorgers kunnen bijna alles met Cora; ze kroelen, kriebelen en aaien haar minutenlang. Cora kruipt lekker op schoot, duwt haar lijf dicht tegen ze aan en vindt het geweldig om eindeloos lang samen te smoezen en te tutten. En van haar brommende begroeting trekken haar verzorgers zich niks aan. Dat is nou eenmaal Cora. Het meisje luistert overigens ook als de beste, helpt graag met het schoonmaken van de kennels (kuiert lekker met de verzorgers mee) en gedraagt zich dan heel rustig en keurig netjes. Inmiddels ben ik allang tot inkeer gekomen; ik heb mijn mening over Cora herzien. Nu aai en knuffel ik haar uitgebreid, vooral als ze buiten is. En als ze terugkomt van het wandelen en me toevallig ziet zitten, begroet ze me altijd ontzettend lief en legt ze haar bol op mijn schoot of duwt haar snuit onder mijn hand. Een duidelijk verzoek om genegenheid. En om eerlijk te zijn bevalt die manier van communiceren me toch wel net iets beter dan haar gebruikelijke gebrom. ;-) Maar ach, ook ik ben inmiddels niet meer onder de indruk van haar verkeerd-geïnterpreteerde-begroetingsritueel. Op een klein ‘maartje’ na. Want als je iets doet bij Cora wat ze écht niet wil, dan is haar brommende waarschuwing wel degelijk serieus bedoeld en kun je haar maar beter even met rust laten. Daarin verschilt ze dus niet van de meeste andere honden. Overigens klinkt die waarschuwing op zo’n moment ook echt wel anders en is het – voor een baasje met een beetje ervaring - niet zo moeilijk om haar serieuze brom te herkennen.


Ze vindt het hartstikke leuk om met andere honden te spelen, maar is echt een dominante tante.

Cora is dus gewoon een vreselijke lieverd; heel trouw en een enorme kroelkont. Ze is slim, luistert goed, is fit en speels. Ze vindt het prachtig om achter balletjes aan te rennen en brengt ze keer op keer netjes terug. Voor mensen dus een geweldig maatje. Voor andere viervoeters, in het bijzonder honden, iets minder. Katten negeert ze het grootste deel van de tijd, daar lijkt ze niks mee te hebben (of te willen). Maar haar omgangsvormen met andere honden zijn wat wisselvalliger. Niet dat ze agressief is, helemaal niet. Maar het is wel een erg dominante dame, soms tot vervelens toe. De honden die wij aan haar hebben willen matchen (als gezelschap), hebben we om die reden uiteindelijk toch weer uit haar kennel gehaald. Met wandelen en spelen is dat probleem nauwelijks of niet aan de orde, maar een 24-uurs-maatje hebben we tot nu toe dus nog niet voor haar kunnen vinden. Cora moet dus maar gewoon aan de ‘mensen-man’ gebracht worden. In die match hebben we wel alle vertrouwen. Of aan de ‘mensen-vrouw’ natuurlijk, ook prima. ;-)

Interesse in Cora? Kom dan snel een keertje kennismaken! Ze wacht al zo ontzettend lang…


Cora verblijft bij Dierenopvangcentrum Hokazo in Uden, Lange Goorstraat 6, telefoonnummer: 0413-260546, e-mail: admin@hokazorg.nl.